De Art Nouveau (rondom 1900) is een stijl die in verschillende Europese landen onder een andere naam bekend is (zo werd de Art Nouveau in Duitsland Jugendstil genoemd en in Nederland Nieuwe Kunst) en die ook in ieder land eigen nationale kenmerken heeft, vaak gestoeld op de volkskunst. De Art Nouveau in Schotland en Engeland (Men spreekt daar van Modern Style of Liberty) is bijvoorbeeld gebaseerd op Keltische motieven uit een eeuwenlange historie. Er is dus ook in de meubelkunst niet echt sprake van een universele Art Nouveau-stijl. Zo verschillen de meubelen van Charles Rennie Mackintosh (Schotland) enorm met de ontwerpen van Antoni Gaudi (Spanje), Emile Gallé (Frankrijk) of Carlo Bugatti (Italië).
De twee belangrijkste stromingen van de meubelkunst in de stijl van de Art Nouveau zijn de curvilineaire richting en de geometrische richting.
Curvilineaire richting
Curvilineaire Art Nouveau meubelen of versierende meubelen kenmerken zich door sierlijk gebogen, golvende, vaak a-symmetrische lijnen. Vormen en decoratiemotieven die direct aan de natuur zijn ontleend; Bladvormen, bloemvormen, vruchten, dieren (vleermuizen, libelles, slangenhuiden, pauwenveren), schelpen, lianen (kronkelende stelen als zweepslagen), klimplanten en heelalvormen zijn vaak als een sprookje in houtsnijwerk of intarsia (inlegwerk van diverse houtsoorten, maar bijvoorbeeld ook schelpen en ivoor) en marqueterie te zien in bijzonder exclusieve meubelen. De constructie van de meubelen is soms volkomen ondergeschikt gemaakt aan het ornament. Bepaalde meubelen lijken organisch geboetseerd te zijn en prachtig gecombineerd met bijpassende schilderingen of ingenieuze geweven stoffen. Ambachtelijke meubelen in topvorm! Jammer was dat slechts een kleine groep kunstenaars en intellectuelen geinteresseerd waren in de nieuwe vormentaal. De conservatief ingestelde burger voelde er niets voor..... Tegenwoordig krijgen steeds meer mensen liefde voor de Art Nouveau/Jugendstil, het is een kwestie van meer durven en accepteren.